De stevige noedels in dit gerecht zijn udonnoedels. In Japan zijn ze gek op deze dikke noedels en worden ze vaak gegeten in een bouillon waarvan de ingrediënten per regio verschillen. Vandaag geef je de udonnoedels een Indonesische twist met warmgerookte makreel, knapperige peultjes en goudbruine kokosrasp.
Raadpleeg altijd het productetiket voor de meest accurate informatie over ingrediënten en allergenen.
80 gram
Gerookte makreel
(Bevat Vis)
1 stuk(s)
Prei
½ stuk(s)
Knoflookteen
¼ stuk(s)
Rode peper
20 gram
Gezouten pinda's
(Bevat Pinda's Kan bevatten Noten, Sesamzaad)
10 gram
Kokosrasp
(Kan bevatten Pinda's, Noten, Sesamzaad)
10 ml
Sojasaus
(Bevat Gluten, Soja)
65 gram
Peultjes
75 gram
Verse udonnoedels
(Bevat Gluten)
½ el
Zonnebloemolie
½ tl
Wittewijnazijn
naar smaak
Peper en zout
Haal de gerookte makreel uit de koelkast. Kook ruim water in een pan met deksel voor de noedels. Snijd de prei in dunne ringen. Pers de knoflook of snijd fijn. Verwijder de zaadlijsten van de rode peper en snijd fijn.
Verdeel de makreel met twee vorken in kleine stukken. Hak de vliespinda's grof.
Verhit een wok of hapjespan op middelmatig vuur en rooster de kokosrasp en de pinda's, zonder olie, goudbruin. Haal uit de pan en bewaar apart.
Verhit de zonnebloemolie in dezelfde wok of hapjespan en fruit de knoflook en de rode peper 1 – 2 minuten op middelmatig vuur. Voeg de prei, de sojasaus en de wittewijnazijn toe en roerbak 8 – 10 minuten. Voeg halverwege de peultjes toe.
Kook ondertussen de noedels 3 – 4 minuten, afgedekt, in de pan met deksel. Giet daarna af en bewaar een beetje kookvocht. Voeg de noedels met de helft van de makreel, de helft van het pinda-kokosmengsel en 1 el kookvocht per persoon toe aan de wok of hapjespan. Verhit al roerend nog 1 minuut op hoog vuur en breng op smaak met peper en zout.
Verdeel het gerecht over de borden en garneer met de overige makreel en het pinda-kokosmengsel.