Varkensvlees gaat goed samen met zoete smaken, daarom combineer je het in dit gerecht met een saus van cranberry's, rozijnen, kaneel en honing. De bloemkool rooster je in de oven, waardoor hij een nootachtige smaak krijgt die goed past bij de mosterddressing.
Raadpleeg altijd het productetiket voor de meest accurate informatie over ingrediënten en allergenen.
300 gram
Vastkokende aardappelen
200 gram
Bloemkool
1 stuk(s)
Sjalot
1 stuk(s)
Varkensfilet
½ tl
Gemalen kaneel
10 gram
Cranberry-rozijnmix
1.5 tl
Honing
1 el
Zonnebloemolie
½ el
Olijfolie
¾ tl
Mosterd
1 el
Roomboter
(Bevat Melk (inclusief lactose))
naar smaak
Peper en zout
Verwarm de oven voor op 200 graden. Schil of was de aardappelen (Nicola) grondig en snijd in parten. Verhit de zonnebloemolie in een hapjespan met deksel en bak de aardappelen 25 – 30 minuten, afgedekt, op middelhoog vuur. Schep regelmatig om en breng op smaak met peper en zout. Haal na 20 minuten de deksel van de pan.
Snijd ondertussen de bloem van de bloemkool in kleine roosjes en de steel in blokjes. Meng de olijfolie, de mosterd en 1/2 el water per persoon in een grote kom, voeg de bloemkool toe en meng goed. Verdeel de bloemkool over een bakplaat met bakpapier en bak 14 – 18 minuten in de oven, of tot de bloemkool knapperig en gaar is.
Snipper ondertussen de sjalot en breng de varkensfilet op smaak met peper en zout.
Verhit de helft van de roomboter in een koekenpan en bak de varkensfilet 2 – 3 minuten per kant op middelhoog vuur, of tot hij gaar is. Voeg na het omdraaien van de filet de sjalot toe en bak mee.
Haal de varkensfilet uit de koekenpan en bewaar ingepakt in aluminiumfolie. Zet het vuur laag en voeg de honing, kaneel, cranberry-rozijnenmix en de overige boter toe aan de koekenpan. Roer door tot er een saus ontstaat. Breng op smaak met peper en zout.
Verdeel de aardappelen, de bloemkool en varkensfilet over de borden. Serveer met de kaneel-cranberrysaus.