Atjar wordt veel gebruikt in de Indonesische, Indische en Malei-sische keuken en heeft een zurige smaak. Volgens de moderne Indonesische spelling wordt het als acar geschreven in plaats van atjar. Deze atjar bevat groenten zoals wittekool, augurk, ui, wortel en paprika.
Raadpleeg altijd het productetiket voor de meest accurate informatie over ingrediënten en allergenen.
85 gram
Pandanrijst
½ stuk(s)
Ui
1 stuk(s)
Knoflookteen
1 cm
Verse gember
¼ stuk(s)
Rode peper
¼ stuk(s)
Chinese kool
1 stuk(s)
Tomaat
1 tl
Kerriepoeder
(Bevat Selderij, Mosterd)
15 gram
Cashewnoten
(Bevat Pinda's, Noten)
3 takje(s)
Verse koriander
(Kan bevatten Selderij)
1 stuk(s)
Ei
(Bevat Eieren)
35 gram
Atjar
(Bevat Mosterd, Sulfiet)
1 el
Zonnebloemolie
naar smaak
Peper en zout
Kook de rijst in 175 ml water per persoon en kook, afgedekt, 12 minuten. Roer daarna de rijstkorrels los en laat afgedekt nagaren.
Snipper ondertussen de ui en snijd of pers de knoflook fijn. Schil de gember, verwijder de zaadlijsten van de rode peper en snijd beide fijn. Snijd de Chinese kool in fijne repen en de tomaat klein.
Verhit de helft van de zonnebloemolie in een wok of hapjespan en fruit de ui, knoflook, gember en rode peper 3 minuten op laag vuur. Voeg de Chinese kool en currykruiden toe en roerbak 5 minuten op hoog vuur. Voeg de tomaat toe en roerbak nog 3 minuten.
Hak de cashewnoten en koriander fijn. Voeg de rijst en het grootste deel van de cashewnoten toe aan de wok of hapjespan, breng op smaak met peper en zout en roerbak nog 5 minuten op hoog vuur. Voeg in de laatste 30 seconden de helft van de koriander toe.
Verhit ondertussen de overige zonnebloemolie in een koekenpan en bak een spiegelei per persoon. Breng op smaak met peper en zout.
Verdeel het gerecht over de borden en garneer met de overige cashewnoten en koriander. Serveer met het spiegelei en de atjar.