Het bier in dit recept werkt als smaakversterker van alle andere smaken, waardoor de saus en kip extra vol smaken. Doordat je de kip op het bot gaart, blijft hij bovendien veel sappiger dan een filet.
Raadpleeg altijd het productetiket voor de meest accurate informatie over ingrediënten en allergenen.
½ stuk(s)
Ui
100 stuk(s)
Prei
½ stuk(s)
Knoflookteen
250 gram
Vastkokende aardappelen
25 gram
Spekblokjes
1 stuk(s)
Kippendijfilet
100 ml
Amstel ongefilterd
(Bevat Gluten)
1 stuk(s)
Laurierblad
½ stuk(s)
Rode paprika
1 el
Roomboter
(Bevat Melk (inclusief lactose))
¼ stuk(s)
Kippenbouillon
naar smaak
Peper en zout
Snipper de ui. Halveer de prei in de lengte en snijd de prei in dunne halve ringen. Pers of snijd de knoflook fijn. Schil de aardappelen (nicola) en snijd in parten.
Verhit de helft van de roomboter in een hapjespan met deksel op middelhoog vuur en bak de spekblokjes in 3 – 4 minuten knapperig. Voeg de ui en prei toe en fruit 3 – 4 minuten. Doe de knoflook erbij en fruit nog 1 minuut. Schep uit de pan met een schuimspaan en bewaar apart.
Snijd de kippendijen twee keer diagonaal in tot op het bot en bestrooi met peper en zout. Verhit de overige roomboter in dezelfde hapjespan en bak de kippendijen in 2 – 3 minuten per kant op middelhoog vuur rondom bruin.
Blus de kip af met het bier en verkruimel het bouillonblokje erboven. Voeg het spekjes-uienmengsel, de aardappelen en het laurierblad toe. Dek af en laat 35 minuten op laag vuur zachtjes koken. Breng op smaak met peper en zout.
Verwijder ondertussen de zaadlijsten van de paprika en snijd de rode paprika in dunne repen. Voeg de paprika de laatste 10 minuten toe aan de hapjespan, verhoog het vuur naar middelhoog en stoof zonder deksel mee. Roer regelmatig door zodat er niks aanbakt.
Verdeel het gerecht over diepe borden.